Opstel

 

Algemene ideeën voor een opstel

 



Klassengedicht... Klasse gedicht!

"Bang. Ik ben bang." Op het bord schrijf ik de eerste regel(s) van een gedicht. Daarna bedenken de kinderen in de klas diverse regels die mooi passen bij het onderwerp. Dit keer gaan we uit van verschillende gevoelens, maar dit kun je natuurlijk rond ieder onderwerp uitwerken. We associëren rond het het woord bang. Waar denk je aan? Wat vind jij? Hoe zou jij dat doen? Steeds lees ik de eerste regel van het gedicht voor en de door een kind bedachte volgende regel. Kinderen horen zelf heel erg goed, wat mooi klinkt of goed loopt.
Deze opdracht is in alle groepen uit te voeren. Het gedicht wat hiernaast te lezen is, hebben kinderen van groep 4 samen geschreven.

 

Paasgedicht

Op het bord schrijven we allerlei woorden die te maken hebben met pasen. Onder deze woorden schrijven we allerlei rijmwoorden op. Zo staan er verschillende rijtjes rijmwoorden op het bord, zoals haas, graas, kippengaas, blaas. De kinderen schrijven een gedicht, waarin iets gebeurt. De paashaas raakt zijn eitjes kwijt, de kip is van de leg... Doordat de rijmwoorden op het bord te zien zijn, is het eenvoudiger voor de kinderen om zinnen te bedenken waar de laatste woorden op elkaar rijmen.
Het gedicht heb ik in de paaskip laten schrijven. Kleuren, knippen, en beplakken met wat hooi. Je kunt deze opdracht natuurlijk bij iedere andere gelegenheid gebruiken. Een kleurplaat is zo gevonden. Zet hier wat lijntjes in en je kunt aan de slag.

 

De tandenborstel

Introduceer de les met het volgende overbekende probleem; toen je schrift weer eens uit je kastje ontsnapt was en je kon het nergens vinden, heb je je toen wel eens afgevraagd of het misschien een eigen wil had? Soms lijken voorwerpen bijna menselijk te zijn. Laat een aantal tandenborstels in de klas zien. Bekijk ze goed. Stel je voor wat hun problemen zijn, gevoelens, geheime wensen. Laat dan een van de volgende stelopdrachten uitwerken:

Laat de leerlingen een grappige tekening maken bij het verslag.

 

Kleurrijke verhalen

Schrijf de volgende onderwerpen op bijpassende gekleurde kaartjes van stevig papier. Plastificeer ze eventueel.

Heb je je ooit afgevraagd, hoe het zou zijn als kleuren plotseling door elkaar gehusseld werden, als ze ineens opdoken op plaatsen die eerst heel anders van kleur waren? Praat over alle mogelijkheden.

Kies een kaartje uit en beschrijf alle mogelijkheden en dingen die kunnen gebeuren, hoe dit ontstaan is, enz. Noteer dit op kladpapier. Kies dan twee dingen van je lijstje uit en schrijf een verhaal over wat er gebeurd is.

 

 

 

Doorgeef-verhaal

De leerlingen pakken hun opstelschrift/papier en schrijfspullen voor zich. Kies een schrijfopdracht en bespreek dit kort (op deze site zijn al een aantal onderwerpen te vinden). Na deze korte bespreking beginnen de kinderen met het schrijven van de inleiding van het verhaal. Laat de kinderen stoppen met hun werk, wanneer zij zo'n 3 tot 5 minuten hebben geschreven. Iedereen geeft het schrift aan degene die rechts van ze in het groepje zit. Laat iedereen dan de inleiding van de eerste schrijver lezen en schrijf verder waarmee de eerste schrijver geëindigd is. Na een paar minuten stopt iedereen weer en worden de schriften weer doorgeschoven. Lees het geschreven stuk in dit schrift en ga daar weer op verder. Let wel op dat het lezen van het verhaal steeds wat meer tijd vergt. Laat het vijfde of zesde kind een eind schrijven voor het verhaal. De schriften gaan weer naar de eigenaars terug. Laat iedereen het eindresultaat lezen. Geef commentaar op de verhaallijn, kijk of alles op elkaar aansluit.

 

Gedicht rond een thema

Lees zelf een aantal gedichten rond een bepaald thema voor, bijvoorbeeld herfst of winter. Bespreek met de kinderen waar het gedicht over gaat. De kinderen gaan dan zelf aan de slag. Laat de kinderen vier woorden opschrijven, die hen te binnen schieten wanneer zij denken aan de opdracht. Maak van elk woord een mooi zinnetje. Het raamwerk voor het gedicht ontstaat zo. Laat de kinderen de zinnen nog eens goed bekijken. Deze kunnen nog wat worden bijgeschaafd. De zinnen hoeven niet te rijmen. Laat verschillende kinderen hun gedicht voorlezen.

 

Deze opdracht heb ik rond het thema ruimtevaart/planeten laten maken.
Iedere leerling begon met de regel "Vannacht keek ik naar boven..."
Iedereen heeft een gedichtje geschreven. Daarna werden de resultaten van iedere groep bij elkaar gelegd en werd een groepsgedicht samengesteld. De kinderen hebben hun gedichten in hun ruimteschip geschreven. Op het prikbord hebben we met papier en wasco het zonnestelsel nagemaakt en daar de ruimteschepen bij geprikt.

Misschien is het wel leuk om de gedichten te bundelen.


Naamgedicht

Laat de kinderen hun naam in de lengte opschrijven, zodat er onder elkaar op iedere regel een letter van de naam komt te staan. De kinderen noteren achter iedere letter iets wat echt bij hen past. Bijvoorbeeld:

L...ezen
I...nternet
S...porten
E...igenwijs
T...rouw
T...ijgetje
E...nthousiast

 

Zo ben ik

Schrijf een opstel over jezelf. Die stelopdracht zullen de kinderen al menig keer hebben gekregen. Maak het de kinderen uit de bovenbouw wat lastiger, door te laten schrijven over dingen waar ze blij, boos, verdrietig van worden, trots op zijn, goede en minder goede eigenschappen. Laat de woonomgeving en de thuissituatie beschrijven. Wat vind je thuis gezellig, wat vind je minder leuk. Hoe zie je er uit en wat vind je daarvan. De kinderen kunnen zelf meedenken over items die in dit persoonlijke verhaal aan bod kunnen komen. Schrijf ze allemaal op het bord. De kinderen kunnen dan een keuze maken.

 

 

 

Schrijfhoek

Een eenvoudige, snel op te zetten activiteit, welke de leerlingen de mogelijkheid geeft om verhalen te schrijven over een bepaald genre bij een gegeven titel.

Beplak drie blikken of schoenendozen met gekleurd papier. Maak labeltjes voor Sport (met als illustratie bijvoorbeeld een voetbal, tennisbal en hockeystick), Humor (met bijvoorbeeld een smiley-gezichtje) en Mysterie (met bijvoorbeeld een vraagteken en een vergrootglas). Plak de labeltje op de blikken/dozen. Maak stevige kaartjes met daarop verschillende titels. Deze kaartjes gaan dan per onderwerp in een blik/doos. Zet de schrijfhoek op een goed bereikbare plek in het lokaal. De kinderen kunnen een kaartje trekken en aan de slag. Deze schrijfhoek kan natuurlijk eenvoudig worden aangepast en up-to-date worden gehouden, door genres of titels te wijzigen.

Sport:

Humor:

Mysterie:

 

Schrijfboom

Een andere vormgeving aan een schrijfhoek. Hang een flinke kale tak aan het plafond van het lokaal en hang hier gekleurde blaadjes aan met daarop uitdagende titels. Laat je dit langer in de klas hangen dan kunnen natuurlijk ook de vormen van de kaartjes worden aangepast aan de maanden/seizoenen. Bijvoorbeeld:

Een aantal verhaalideeën om op de kaartjes te schrijven:

 

 

Homoniemen

Een homoniem is "een woord dat gelijk van vorm is als een ander van de dezelfde woordklasse, maar in betekenis daarvan fundamenteel verschilt". Schrijf verschillende homoniemen op het bord, zoals bank, pad, oog. Laat de kinderen twee zinnen bedenken, waarin de verschillende betekenissen van de woorden duidelijk naar voren komen.

Laat de kinderen dan proberen om één zin te bedenken waarin het woord twee maal voorkomt, maar zo dat het iets anders betekent. Bijvoorbeeld: De pad liep op het pad. Of: Er staat een bank in de bank.
Tenslotte proberen we samen zoveel mogelijk homoniemen te bedenken. We proberen de woorden ook nog te tekenen. Het prikbord hangt dan zo vol! (hagel, sneeuw, bril, bord, haaientanden, ster...)