Opstel
Algemene ideeën voor een opstel
Schrijf een dialoog bij een strip. Beschrijf een gebeurtenis aan de hand van een foto, bijv.: een brand, een demonstratie, een sportevenement, een schoolfeest. Een verslag van een activiteit voor de schoolkrant. Schrijf een rubriekje voor de schoolkrant, bijv.: mopjes, excursie, grappige voorvallen uit de klas, hobby's. Het begin en het einde van een verhaal staan op een werkblad. De kinderen bedenken het ontbrekende deel. Een uitvinding bedenken. Teken het ontwerp ervan en schrijf er uitleg bij, bijv: de ideale boekentas, de ideale school, het ideale huis... Voorzie een stripverhaaltje met witte tekstballonnetjes van tekst. Schrijf een gedicht in een aangegeven rijmschema. Vrij of over een bepaald onderwerp. Schrijf een brief aan... over.... Schrijf een reclametekst voor een bepaald product. Schrijf een ingekorte advertentie voluit. Kort een voluit geschreven advertentie in. Schrijf een poppenkastverhaal. De omgeving en poppen zijn bekend. Een radio-/televisiejournaal voor de klas schrijven. In drie doosjes zitten woordkaartjes, gesorteerd op woordsoort. (werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en zelfstandige naamwoorden) De kinderen trekken uit ieder doosje twee kaartjes en schrijven een verhaal waar deze zes woorden in voor komen. Een vervolgverhaal schrijven. In een "klassenschrift" wordt een begin gemaakt van een spannend verhaal. Leg dit schrift in de Schrijfhoek of op een goed bereikbare plaats in de klas. Iedereen die dat leuk vindt, mag een vervolg van het verhaal schrijven. Na een tijdje ontstaat er een lang verhaal, dat door meerdere kinderen geschreven werd. Schrijf een tekst/verhaal aan de hand van een gegeven titel. De leerkracht kan een aantal titels geven, maar het is ook erg leuk om de leerlingen zelf titels rond een thema te laten verzinnen waaruit ze dan later kunnen kiezen.
Klassengedicht... Klasse gedicht!
"Bang. Ik ben bang." Op het bord schrijf ik de eerste regel(s) van een gedicht. Daarna bedenken de kinderen in de klas diverse regels die mooi passen bij het onderwerp. Dit keer gaan we uit van verschillende gevoelens, maar dit kun je natuurlijk rond ieder onderwerp uitwerken. We associëren rond het het woord bang. Waar denk je aan? Wat vind jij? Hoe zou jij dat doen? Steeds lees ik de eerste regel van het gedicht voor en de door een kind bedachte volgende regel. Kinderen horen zelf heel erg goed, wat mooi klinkt of goed loopt.
Deze opdracht is in alle groepen uit te voeren. Het gedicht wat hiernaast te lezen is, hebben kinderen van groep 4 samen geschreven.
Paasgedicht
Op het bord schrijven we allerlei woorden die te maken hebben met pasen. Onder deze woorden schrijven we allerlei rijmwoorden op. Zo staan er verschillende rijtjes rijmwoorden op het bord, zoals haas, graas, kippengaas, blaas. De kinderen schrijven een gedicht, waarin iets gebeurt. De paashaas raakt zijn eitjes kwijt, de kip is van de leg... Doordat de rijmwoorden op het bord te zien zijn, is het eenvoudiger voor de kinderen om zinnen te bedenken waar de laatste woorden op elkaar rijmen.
Het gedicht heb ik in de paaskip laten schrijven. Kleuren, knippen, en beplakken met wat hooi. Je kunt deze opdracht natuurlijk bij iedere andere gelegenheid gebruiken. Een kleurplaat is zo gevonden. Zet hier wat lijntjes in en je kunt aan de slag.
De tandenborstel
Introduceer de les met het volgende overbekende probleem; toen je schrift weer eens uit je kastje ontsnapt was en je kon het nergens vinden, heb je je toen wel eens afgevraagd of het misschien een eigen wil had? Soms lijken voorwerpen bijna menselijk te zijn. Laat een aantal tandenborstels in de klas zien. Bekijk ze goed. Stel je voor wat hun problemen zijn, gevoelens, geheime wensen. Laat dan een van de volgende stelopdrachten uitwerken:
Help me bij het schrijven van een weekverslag uit mijn leven De smaak van mijn favoriete tandpasta is juist veranderd. Schrijf voor mij een brief naar de fabrikant, waarin je hierover je beklag doet. Ik ben verliefd op die witte knappe kop van hiernaast. Help me bij het schrijven van een liefdesbrief naar hem/haar.Laat de leerlingen een grappige tekening maken bij het verslag.
Kleurrijke verhalen
Schrijf de volgende onderwerpen op bijpassende gekleurde kaartjes van stevig papier. Plastificeer ze eventueel.
Alles is geel De lucht blijft zwart 's Nachts is de lucht rood Onze huid is groen Iedereen heeft oranje tanden Al onze huizen zijn roze Je haar wordt blauw, als je huiltHeb je je ooit afgevraagd, hoe het zou zijn als kleuren plotseling door elkaar gehusseld werden, als ze ineens opdoken op plaatsen die eerst heel anders van kleur waren? Praat over alle mogelijkheden.
Kies een kaartje uit en beschrijf alle mogelijkheden en dingen die kunnen gebeuren, hoe dit ontstaan is, enz. Noteer dit op kladpapier. Kies dan twee dingen van je lijstje uit en schrijf een verhaal over wat er gebeurd is.
Doorgeef-verhaal
De leerlingen pakken hun opstelschrift/papier en schrijfspullen voor zich. Kies een schrijfopdracht en bespreek dit kort (op deze site zijn al een aantal onderwerpen te vinden). Na deze korte bespreking beginnen de kinderen met het schrijven van de inleiding van het verhaal. Laat de kinderen stoppen met hun werk, wanneer zij zo'n 3 tot 5 minuten hebben geschreven. Iedereen geeft het schrift aan degene die rechts van ze in het groepje zit. Laat iedereen dan de inleiding van de eerste schrijver lezen en schrijf verder waarmee de eerste schrijver geëindigd is. Na een paar minuten stopt iedereen weer en worden de schriften weer doorgeschoven. Lees het geschreven stuk in dit schrift en ga daar weer op verder. Let wel op dat het lezen van het verhaal steeds wat meer tijd vergt. Laat het vijfde of zesde kind een eind schrijven voor het verhaal. De schriften gaan weer naar de eigenaars terug. Laat iedereen het eindresultaat lezen. Geef commentaar op de verhaallijn, kijk of alles op elkaar aansluit.
Gedicht rond een thema
Lees zelf een aantal gedichten rond een bepaald thema voor, bijvoorbeeld herfst of winter. Bespreek met de kinderen waar het gedicht over gaat. De kinderen gaan dan zelf aan de slag. Laat de kinderen vier woorden opschrijven, die hen te binnen schieten wanneer zij denken aan de opdracht. Maak van elk woord een mooi zinnetje. Het raamwerk voor het gedicht ontstaat zo. Laat de kinderen de zinnen nog eens goed bekijken. Deze kunnen nog wat worden bijgeschaafd. De zinnen hoeven niet te rijmen. Laat verschillende kinderen hun gedicht voorlezen.
Deze opdracht heb ik rond het thema ruimtevaart/
planeten laten maken.
Iedere leerling begon met de regel "Vannacht keek ik naar boven..."
Iedereen heeft een gedichtje geschreven. Daarna werden de resultaten van iedere groep bij elkaar gelegd en werd een groepsgedicht samengesteld. De kinderen hebben hun gedichten in hun ruimteschip geschreven. Op het prikbord hebben we met papier en wasco het zonnestelsel nagemaakt en daar de ruimteschepen bij geprikt.Misschien is het wel leuk om de gedichten te bundelen.
NaamgedichtLaat de kinderen hun naam in de lengte opschrijven, zodat er onder elkaar op iedere regel een letter van de naam komt te staan. De kinderen noteren achter iedere letter iets wat echt bij hen past. Bijvoorbeeld:
L...ezen
I...nternet
S...porten
E...igenwijs
T...rouw
T...ijgetje
E...nthousiast
Zo ben ik
Schrijf een opstel over jezelf. Die stelopdracht zullen de kinderen al menig keer hebben gekregen. Maak het de kinderen uit de bovenbouw wat lastiger, door te laten schrijven over dingen waar ze blij, boos, verdrietig van worden, trots op zijn, goede en minder goede eigenschappen. Laat de woonomgeving en de thuissituatie beschrijven. Wat vind je thuis gezellig, wat vind je minder leuk. Hoe zie je er uit en wat vind je daarvan. De kinderen kunnen zelf meedenken over items die in dit persoonlijke verhaal aan bod kunnen komen. Schrijf ze allemaal op het bord. De kinderen kunnen dan een keuze maken.
Schrijfhoek
Een eenvoudige, snel op te zetten activiteit, welke de leerlingen de mogelijkheid geeft om verhalen te schrijven over een bepaald genre bij een gegeven titel.
Beplak drie blikken of schoenendozen met gekleurd papier. Maak labeltjes voor Sport (met als illustratie bijvoorbeeld een voetbal, tennisbal en hockeystick), Humor (met bijvoorbeeld een smiley-gezichtje) en Mysterie (met bijvoorbeeld een vraagteken en een vergrootglas). Plak de labeltje op de blikken/dozen. Maak stevige kaartjes met daarop verschillende titels. Deze kaartjes gaan dan per onderwerp in een blik/doos. Zet de schrijfhoek op een goed bereikbare plek in het lokaal. De kinderen kunnen een kaartje trekken en aan de slag. Deze schrijfhoek kan natuurlijk eenvoudig worden aangepast en up-to-date worden gehouden, door genres of titels te wijzigen.
Sport:
De spannende ski-vakantie De magische hockeystick Mijn leven als golfbal
Touchdown voor de Tornado's De Watjes tegen de Kleerkasten De basketbal die niet wilde stuiteren In de boxring met Sammy SpierbalHumor:
De puppy die een jongetje voor zijn verjaardag wilde Waarom de Pollieglup de ZaZa nooit meer zal vergeten Harrie, de huilende huismuis Het chipje dat niet wilde kraken Het verlegen nijlpaard Marvin, het MoMo Monster Er zit een Lilliputter in m'n boekentas Meneer Wuffel's SnuffelMysterie:
Griezelige voetstappen De zaak van de vermiste mummie De krimpende kamer Help, ik zit vast! De aanval van de Middernacht Gast Het op hol geslagen vacuüm De mysterieuze Mozen
Schrijfboom
Een andere vormgeving aan een schrijfhoek. Hang een flinke kale tak aan het plafond van het lokaal en hang hier gekleurde blaadjes aan met daarop uitdagende titels. Laat je dit langer in de klas hangen dan kunnen natuurlijk ook de vormen van de kaartjes worden aangepast aan de maanden/seizoenen. Bijvoorbeeld:
Januari- Wanten Februari- Hartjes Maart- Regendruppels April- Paasei/Vlieger Mei- Bloemen Juni/Augustus- Lachende zon September- Schoolbus/Boeken Oktober- Herfstbladeren November- Pompoenen December- KerstbomenEen aantal verhaalideeën om op de kaartjes te schrijven:
Je bent de eerste basisschoolleerling ooit die meedoet aan de verkiezingen. Schrijf jou verkiezingsprogramma. Het regent heel erg hard. Jij bent een van de miljoenen regendruppels die uit de lucht komt vallen. Vertel wat je allemaal meemaakt. Wat zou er gebeuren als alles wat je aanraakte groen werd? Als je het perfecte feestje kon plannen, wat zou je dan allemaal doen? Je hebt juist een enorm bot ontdekt, toen je je vader in de tuin aan het helpen was met het omspitten van het grasveld. Hoe is het bot daar terecht gekomen, van wat voor soort dier is het? Mijzelf over 20 jaar Als ik nu in het jaar 2050 leefde... Winnaar van de lotto! Kies een onderwerp uit het nieuws, waar op dit moment nogal discussie over is. Geef jouw mening. Welke feestdagen zou een pinda vieren? Je hebt een schoolwedstrijd gewonnen. De eerste prijs is dat je een hele week leraar van je eigen klas mag zijn. Welke activiteiten plan je? Hoe ga je om met ordeproblemen? Kies een bekend kinderliedje. Schrijf een nieuwe tekst op de melodie. Houd het originele ritme en rijmschema gelijk.
Homoniemen
Een homoniem is "een woord dat gelijk van vorm is als een ander van de dezelfde woordklasse, maar in betekenis daarvan fundamenteel verschilt". Schrijf verschillende homoniemen op het bord, zoals bank, pad, oog. Laat de kinderen twee zinnen bedenken, waarin de verschillende betekenissen van de woorden duidelijk naar voren komen.
Laat de kinderen dan proberen om één zin te bedenken waarin het woord twee maal voorkomt, maar zo dat het iets anders betekent. Bijvoorbeeld: De pad liep op het pad. Of: Er staat een bank in de bank.
Tenslotte proberen we samen zoveel mogelijk homoniemen te bedenken. We proberen de woorden ook nog te tekenen. Het prikbord hangt dan zo vol! (hagel, sneeuw, bril, bord, haaientanden, ster...)